De Hoge Raad heeft zich hier al meerdere malen over uitgesproken: wanneer een vergunning wordt verleend maar deze wordt na verloop van tijd door de bestuursrechter vernietigd (bijvoorbeeld wanneer daartegen door derden beroep wordt ingesteld), dan kan de aanvrager van de vergunning op grond van onrechtmatige daad aanspraak maken op vergoeding van de schade die hij daardoor lijdt.
Immers, je mag ervan uitgaan dat de vergunning rechtmatig is verleend en dat het besluit stand zal houden in beroepsprocedures. Mocht dit niet het geval zijn, dan bestaat in de meeste gevallen recht op schadevergoeding van de overheid. Daarbij is overigens wel van belang, dat de overheid ook de vergunning zou hebben verleend, wanneer het wel overeenkomstig de wet zou hebben beslist.
Een besluit dat is vernietigd is in principe onrechtmatig, maar er is dan niet altijd sprake van schadeplichtigheid van de overheid. Daarbij is onder meer van belang het antwoord op de vraag, of de als gevolg van dat besluit geleden schade ook aan dat besluit kan worden toegerekend.
Of er daadwerkelijk sprake is van schadeplichtigheid is dus afhankelijk van een aantal factoren.
Mocht u zich afvragen of er in uw geval sprake kan zijn van een recht op schadevergoeding, neem dan contact op met Marleen Schulte van MS Advocatuur & Mediation ([email protected]).