Omgevingswet en nadeelcompensatie

Door de Omgevingswet (die op 1 januari 2024 in werking is getreden) is ook de regeling over nadeelcompensatie ingrijpend verandert.

Voor schadeoorzaken die hun grondslag vinden in het omgevingsrecht, is in artikel 15.1 van de Omgevingswet een limitatieve opsomming opgenomen. Naast een aantal andere mogelijke gevallen van schadevergoeding, is hierin ook het huidige planschade opgenomen.

Voor planschade geldt nu een percentage van vier procent  als normaal maatschappelijk risico bij de waardevermindering van een onroerende zaak. Dit gedeelte wordt niet vergoed.

Een van de belangrijke veranderingen die de Omgevingswet met zich mee heeft gebracht, is is de verschuiving van het schademoment. Pas wanneer de schade daadwerkelijk optreedt kan de hoogte van de schadevergoeding worden bepaald. Dat kan zijn het moment waarop de omgevingsvergunning wordt verleend, of het moment waarop (in het geval er geen omgevingsvergunning is vereist), degene die de activiteit gaat verrichten aan het bevoegd gezag informatie verstrekt over die activiteit of het moment waarop met de activiteit is begonnen.

In de Memorie van Toelichting bij de artikelen 15.3 en 15.4 van de Ow is hierover het volgende opgenomen:  De schade wordt niet vastgesteld aan de hand van de vergelijking tussen de maximale mogelijkheden van het oude en nieuwe regime, zoals het geval is onder de Wro. In plaats hiervan zal de vaststelling van de schade zich in die gevallen, veel meer dan nu het geval is, richten op de feitelijke situatie. Het vaststellen van de omvang van de schade sluit hiermee aan op de wijzigingen die daadwerkelijk in de fysieke leefomgeving worden aangebracht.

Nu de peildatum of er wel of niet sprake zal zijn van (plan)schade wordt verlegd naar het moment waarop de activiteiten feitelijk plaatsvinden, zal dit een belangrijke wijziging met zich meebrengen ten opzichte van het huidige planschaderecht.

Enige nuancering is wel op zijn plek: de huidige planschaderegeling blijft volgens het overgangsrecht nog gedurende een periode van vijf jaar gelden. Dit geldt voor schadeveroorzakende besluiten die zijn genomen voor de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet.