Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. De onteigeningsprocedure is hierdoor gewijzigd. Wat is er veranderd en waar moet u rekening mee gaan houden?
Het bestuursorgaan dat tot onteigening overgaat (o.a. gemeente of provincie) besluit zelf tot onteigening
Het bestuursorgaan dat tot onteigening wil overgaan (bijvoorbeeld de gemeente, de provincie of de staat) neemt zelf het onteigeningsbesluit. Hiervoor dient de zgn. uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht te worden gevolgd.
Het is dus van belang dat de overheden hun besluitvormingsprocedures tijdig gaan aanpassen.
Bestuursrechtelijke procedures bij de bestuursrechter nadat de onteigeningsbeschikking is genomen.
Nieuw is ook dat er na het nemen van de onteigeningsbeschikking een zgn. bekrachtigingsprocedure dient te worden gevolgd bij de bestuursrechter. Tegen de uitspraak van de Rechtbank is hoger beroep mogelijk bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De civiele rechter bepaalt de hoogte van de schadeloosstellingsprocedure
Een belangrijk verschil met de Onteigeningswet is, dat de civiele rechter alleen nog de hoogte van de schadeloosstelling bepaalt. Het besluit tot onteigening zelf is immers al genomen door het bestuursorgaan in de onteigeningsbeschikking.
Onteigeningsakte en eigendomsovergang via de notaris
De eigendom gaat over door inschrijving van de onteigeningsakte in de openbare registers via de notaris. Daarmee krijgt ook de notaris een belangrijke rol in de nieuwe onteigeningsprocedure.
Wilt u meer weten over de nieuwe onteigeningsprocedure? Lees dan mijn boek: “Onteigening in de Omgevingswet”.
Voor vragen en advies bent u natuurlijk van harte welkom. U kunt mij hierover altijd mailen ([email protected]) of bellen (06 37355984).