Jeugdwet

Het is inmiddels meer dan een jaar geleden dat de nieuwe Jeugdwet in werking is getreden. Tijd voor een korte terugblik. De bedoeling van deze wet is o.a. meer preventie en het uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk en het bieden van integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt: 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur.
Dit alles met als achtergrond meer participatie (via zelfredzaamheid van de burger en diens netwerken) en meer efficiency. De gemeenten hebben wettelijk de verantwoordelijkheid gekregen om jeugdhulp herkenbaar en laagdrempelig te organiseren.
Dit is neergelegd in artikel 2.5 van de Jeugdwet. Het betreft onder meer:
1. De organisatie van herkenbare en laagdrempelige toegang tot jeughulp;
2. Waarborgen dat passende hulp tijdig wordt ingezet en dat de juiste expertise beschikbaar is.
Heeft het nieuwe systeem gebracht wat men er van heeft verwacht?
Uitgangspunt van de nieuwe werkwijze op basis van de Jeugdwet is het zoveel mogelijk samen werken aan een oplossing via de “keukentafel”. In eerste instantie dient de burger met zijn hulpvraag naar bijvoorbeeld wijkteams, het WMO loket van de gemeente of de huisarts toe te gaan. Pas wanneer men er op die manier niet uit komt, biedt de gemeente ondersteuning. De gemeente bepaalt dan middels een zgn. verleningsbesluit hoe de toegang tot jeugdhulp wordt ingericht en wie bepaalt welke jeugdhulp nodig is. Pas tegen het verleningsbesluit kan bezwaar en beroep worden ingesteld.
De praktijk is dat er totnutoe nog niet veel rechtszaken zijn geweest over de nieuwe Jeugdwet. Een aantal gerechtelijke uitspraken had betrekking op het al dan niet mandaat kunnen verlenen voor het nemen van een verleningsbesluit (Rb Gelderland 16-2-2015, RBGEL:2015:1159 en Rb Noord-Holland 30-6-2015, RBNHO:2015:5904, Rb Limburg 10-4-2015:HR:2014:2665).
De Rechtbank Gelderland heeft op 17 februari 2015 geoordeeld dat het is toegestaan een bijstandsuitkering afhankelijk te maken van het al dan niet accepteren van een gezinsmanager. Dit vraagt wel om een goed onderzoek en motivering, want het is een inbreuk op de beschermde eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, art. 8 EVRM (Rb Gelderland 17-2-2015, ECLI:NL:RBGEL:2015:934).
Onrechtmatige daad
Jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen dienen op grond van artikel 4.1.1 van de Jeugdwet verantwoorde hulp te verlenen en zich op een zodanige wijze te organiseren, dat dit moet leiden tot verantwoorde hulp. Wanneer dit artikel wordt overtreden kan dit leiden tot civielrechtelijke aansprakelijkheid voor de betreffende aanbieder of instelling, mits die aanbieder of instelling verwijtbaar tekort is geschoten.In dat geval kan de jeugdige of de ouder een vordering op grond van onrechtmatige daad indienen bij de civiele rechter.
HEEFT U PROBLEMEN BIJ HET AANVRAGEN VAN JEUGDZORG EN WILT U DAAROVER GRAAG JURIDISCH ADVIES? NEEM DAN VRIJBLIJVEND CONTACT OP.